Verschenen in Inzicht nr. 6, 2000.
Het zelfonderzoek van de psychologie kan alleen uitmonden in Zelfonderzoek als het voorbij alle kennis gaat, dus ook voorbij de kennis van de psyche.
Psychologisch inzicht
Dat het voor de mens van belang kan zijn enig psychologisch inzicht te verwerven zal niet vreemd klinken. Het ‘ken u zelve’ begint dan ook meestal op dit niveau. Dat er aan deze kant een voorkeur is voor ‘ben u zelve’ is een andere zaak. Hoe dan ook begint voor de meeste mensen de bewustwording met het verwerven van inzicht in de eigen reactiepatronen. Zelfonderzoek begint dus in eerste instantie met een kleine ‘z’.
Met die kleine ‘z’ houdt de psychologie zich natuurlijk ook bezig: conditionering, defensiemechanismen, sublimatie, angst en verlangen, trauma’s en wat dies meer zij, staan op het repertoire.
Door psychologische kennis te vergaren ontstaat in het gunstigste geval wat meer begrip voor het eigen functioneren en daarmee voor het functioneren van de medemens. Waar begrip is, kan verdragen worden, zoals Inayat Khan eens schreef, en dat is goed. Feit blijft echter dat de nadruk op de psyche blijft liggen, en uiteindelijk is de psyche niet meer dan een functie, een orgaan zo je wilt. De identificatie met de psyche is in wezen vanuit dit perspectief erg vreemd, want waarom wel denken: ‘Ik ben psyche’, maar niet: ‘Ik ben m’n hart’? Maar dit terzijde. Psychologie behoort bij het waargenomene, het tijdelijke, en slechts in het uiterste geval kan men tot het inzicht komen dat de wezenlijke vragen langs psychologische weg niet beantwoordbaar zijn, en dat er dieper geschouwd moet worden.
De diverse brillen die de psychologie biedt, kunnen verhelderend en stimulerend zijn, maar het blijven brillen, en uiteindelijk zijn brillen nu eenmaal voor slechtzienden. De ziener ziet immers zelfs met de ogen dicht, en behoeft, behalve in fysieke zin, geen hulpmiddelen. Hoeveel kennis we ook mogen verzamelen over het functioneren van de mens, we komen er daardoor niet aan voorbij, en zoals met alle kennis het geval is, lopen we het gerede risico al deze kennis stiekem bij ons ego op te tellen en ‘geleerden’ te worden in plaats van waarheidszoekers of zelfs ‘ontwaakten’.
Feit is en blijft immers dat voordat er ook maar iets aan kennis kan verschijnen, er bewustzijn is, en willen wij ons zelfonderzoek verheffen tot Zelfonderzoek, dan zullen wij voorbij kennis en dus ook voorbij kennis van de psyche moeten gaan. Hoewel het mogelijk is geraakt te worden door het inzicht dat bij een ieder de psychische basispatronen grofweg hetzelfde zijn, en dat we dus minder verschillen dan we graag denken (we dus meer één zijn dan we vermoedden), is een dergelijk besef slechts zelden het geval. Uiteindelijk leidt het onderzoek van de psyche in de meeste gevallen tot een versterking van het idee het psychosomatisch apparaat te zijn, waardoor de waan der afgescheidenheid, die de bron van het lijden is, wordt bekrachtigd. Je bezighouden met psychologie (of andere vormen van zelfkennis) kan dus zinvol zijn in het begin, maar alles wijst erop dat voor ‘bevrijding’ iets anders nodig is.
Sadhana
Veel van wat hierboven is gesteld geldt echter ook voor ‘spiritualiteit’. Het begrip sadhana staat voor spirituele beoefening of Zelfonderzoek, en verwijst normaliter naar een weg die wordt afgelegd om iets te bereiken of te worden. In wezen echter is sadhana in het gunstigste geval een vorm van versnelde rijping, een rijp of volwassen worden, die noodzakelijk is om te kunnen komen tot waarlijk inzicht (zoals psychologie een noodzakelijke stap kan zijn of lijken).
Uiteindelijk is sadhana echter pad en doel in één. Zolang er sprake is van een zoeken, van een beweging die uitgaat van een afgescheiden entiteit die op weg is naar iets anders, is er in wezen geen sprake van sadhana. ‘Oefening baart kunst’ zeggen we wel eens, maar helaas leren de feiten ons dat dit wel op lijkt te gaan voor alledaagse zaken, maar beslist niet waar het gaat om realisatie. Op dit ‘terrein’ baart oefening slechts meer van hetzelfde. Het ‘spiritueel bezig-zijn’ middels cursussen, therapie, mediteren, yoga e.d. versterkt in essentie enkel het lijden, omdat lijden inherent is aan het leven als persoon, en is dus niet zonder risico.
Elke inspanning versterkt de inspanner en het is nu net het idee de doener, de inspanner te zijn dat ons heeft overtuigd een lijdend voorwerp te zijn en ons onze ware aard heeft doen vergeten. Elk oefenen om iets te worden, elk ‘werken aan jezelf’ houdt uiteindelijk slechts deze afgescheidenheid en het daarmee gepaard gaande lijden in stand: je blijft immers bezig vanuit een ‘ik’ dat dan spiritueler, gevoeliger, wijzer, gelukkiger, etc. wil (of beter: moet) worden. Met het doorzien van deze in wezen simpele feiten geraken we aan de deur van werkelijke sadhana.
Werkelijke sadhana betreft altijd een ‘directe benadering’. Het woord ‘direct’ verwijst naar het feit dat deze benadering niet een stap-voor-stap-gebeuren is, niet een ‘worden’ is, maar gelijk, ineens verwijst naar en uitgaat van dat-wat-is. Het is direct, omdat het zonder omwegen is. Vanuit dit perspectief zijn alle spirituele wegen omwegen, en is het maken van omwegen niet zonder ‘gevaar’. Hoevelen zijn er niet die al tientallen jaren op psychologisch, filosofisch en/of spiritueel terrein actief zijn zonder ook maar enig werkelijk inzicht in hun ware aard?
Leerlingschap
Werkelijke sadhana wordt meestal ook in verband gebracht met ‘leerlingschap’. Zeker in het Westen ligt dat wat moeilijk, mede veroorzaakt door ons overdreven individualisme en door in de media breed uitgemeten negatieve aandacht voor ‘ontspoorde’ goeroes en verdachte sektes. Vergeten wordt snel dat de grootste en gevaarlijkste sekte de sekte der ‘consumisten’ is. Maar dat terzijde.
Vrijwel altijd begint de zoektocht vanuit de goeroe der ontevredenheid, en al snel dienen zich kleine en grote(re) meesters aan, afhankelijk van de ontvankelijkheid en rijpheid van de zoeker in kwestie. Hoe het ook zij, zonder goeroe is niets mogelijk, al was het maar middels zijn woorden in boekvorm, want slechts zelden doet iemand volledig op eigen houtje de fundamentele ontdekkingen die tot bevrijding uit de waansluiers leiden. De sadhana waar wij het over hebben, ‘the real thing’, vereist op zichzelf geen goeroe of begeleiding, maar de ervaring leert dat de identificatie met het psychosomatisch apparaat meestal dusdanig is dat zelfs met de juiste benadering ‘in handen’ enige begeleiding in 99,8 % van de gevallen noodzakelijk is.
Nu is er aan leraren niet echt een gebrek, in zekere zin wel aan leerlingen. De schijnbare overgave aan de sadhana is evenredig aan de overgave aan de goeroe. De relatie tussen leerling en leraar (of lerares natuurlijk) is een concrete uitdrukking van het realisatieproces, en maakt het daardoor mogelijk dat eventuele onvolkomenheden of ego-trucjes makkelijker kunnen worden doorzien. Kortom, de leraar is een hulpmiddel, een spiegel, niet meer, maar zeker ook niet minder. Er zijn enorm veel mensen die alle boeken over Advaita, Zen, Dzochgen e.d. gelezen hebben, maar de Grote Transformatie bleef uit. Wellicht dat zij zelfs af en toe een bijeenkomst met een ‘gerealiseerde’ hebben bijgewoond, maar leerling worden (er echt ‘induiken’) is toch even iets anders: een weinig aantrekkelijke zaak, een beklagenswaardige toestand – voor het ego tenminste. En daarom kan het zinvol zijn eens te bezien waar al die redenen om geen leraar te zoeken vandaan komen. Aanschouw de geneigdheid ‘het wel alleen te kunnen’. Zie in wat daaronder zit. Pluk het niet uit elkaar, oordeel er niet over, maar aanschouw, laat het tot bloei komen, z’n verhaaltje vertellen. Wees dus beschikbaar.
Observeren
Observeren is een van de meest effectieve manieren om openheid te realiseren. Op deze plek wordt er daarom weer even aandacht voor gevraagd. Omdat we altijd uitgaan van ‘ik’, is het onvermijdelijk deze benadering als techniek op te vatten, terwijl het in wezen eerder een niet-techniek is. Observeren wordt meestal misverstaan als ‘iemand die naar iets gaat zitten kijken’. Vergeten wordt dat het gadeslaan, de waarnemendheid, er al is. Eerst ga jij dus (iets) zitten observeren, bijvoorbeeld een bepaald gevoel van frustratie of pijn. Dat is dus een ego-bezigheid. Dan ontdek je dat jij – dat wat zit te observeren – zelf ook gekend wordt (en welk een wonderbaarlijke ontdekking dat kan zijn). Dus zowel de observeerder als hetgeen geobserveerd wordt worden beide gadegeslagen, inclusief alles wat de observeerder – de persoon – vindt en voelt bij zijn observatie!
Het toelaten van het gadeslaan zelf, dat er al is voordat jij begint iets te observeren (of om het even wat ‘doet’), kun je sadhana noemen. Je bewust worden van de waarnemendheid die er al is en daar dan zonder ingrijpen bij blijven, brengt diepgaande veranderingen met zich. Het is als het ware een meegaan of oplossen in die openheid, die beschikbaarheid die er al is, net zolang tot gerealiseerd wordt dat jij dat gadeslaan bent, en dat het ik, inclusief de daarbijbehorende oordelen, doelen, angsten en verlangens, slechts een object is dat gekend wordt. Dit is een wonderbaarlijk proces. Dit wonderbaarlijke, in wezen moeiteloze proces heet ontwaken. Het is moeiteloos, omdat die openheid, dat gadeslaan er reeds is. Dit kun je en hoef je dus niet te ‘doen’ of in het leven te roepen. Het gaat er in feite om de geest te laten afzien van ingrijpen, oordelen, veranderen en concluderen, omdat al deze handelingen deel zijn van het gekende, deel zijn van het ik, dat onze ware natuur – die de openheid zelf is – versluiert.
Vandaar ook dat geen enkele techniek voortkomend uit of voortbouwend op de persoon (en zijn inspanningen) tot vrijheid en geluk zal leiden. Wanneer de geest als het ware samenvalt – door het afzien van ingrijpen en inzicht – met de openheid zelf, is er een spontane ontspanning en intelligentie. Alles wat nodig is, ligt hierin besloten. Het uitgangspunt van deze ‘benadering’ is je ware natuur zelf, en is daarom vrij van inspanning en vrij van onzuiverheid of gebondenheid, terwijl elke techniek die wordt toegepast door een persoon, gevangenschap en afgescheidenheid als wortel heeft.
Het is werkelijk bijzonder eenvoudig. Een ieder die vrijheid wenst, kan de zegen uitnodigen door overgave aan deze spontane en allesomvattende sadhana. Je komt tot de verbijsterende en bevrijdende ontdekking dat alles wat je vindt, denkt, voelt, najaagt, afhoudt, naar je toe haalt en dergelijke wordt gadegeslagen. Die waarnemendheid gaat dus aan jou (de persoon) vooraf, terwijl normaliter het ‘ik’ altijd als eerste verschijnsel werd ervaren. Je ontdekt dus dat ‘ik’ niet het eerste gegeven is, maar dat bewustzijn, of beschikbaarheid dat is. Tevens ontdek je dat deze openheid volledig vrij is van wat er ook in gebeurt. Ze eigent zich niets toe, ze oordeelt niet, ze verlangt nergens naar, staat niets in de weg, is nergens bevreesd voor en omarmt wat zich maar manifesteert. Deze openheid is het Zelf dat we zijn en zochten. Op deze wijze begin je bij het eind van je zoektocht. Je bent in één klap af van elke neiging tot zelfverbetering.
Alle theorieën en methoden worden doorzien als niet relevant en als instandhouders van het ego; je sadhana begint bij wat gezocht werd: vrijheid (en daarom heet dit dus ‘het directe pad’). Je ziet moeiteloos dat elke techniek het ik in stand houdt, omdat technieken een toepasser veronderstellen en een doel suggereren. Welnu, openheid heeft geen doel, kent geen groei, geen voor- of achteruitgang, geen ontwikkeling. Dat alles betreft de objecten, en jij bent, zo ontdek je, geen object, maar dat waarin objecten verschijnen en verdwijnen.
Een anti-techniek is al wat nodig is voor wie zich bevrijden wil uit de illusoire klauwen van het ego. Wie zichzelf (openheid) als vertrekpunt neemt, komt onherroepelijk tot het inzicht dat elke inspanning nutteloos is behalve de niet-inspanning van het moeiteloze gadeslaan dat er al is. Een ontspannen alertheid is (in het begin) al wat nodig is, of een wakker wachten zonder verwachtingen. Maar dan ook totaal, want halfslachtigheid leidt niet tot Niets, maar tot de instandhouding van de gevangenis.