Verschenen in inzicht nr. 15, 2002.
Zoals velen had ik het idee, dat wanneer verlichting eenmaal een feit zou zijn, me dan alles helder zou zijn en gemakkelijk af zou gaan. Ook was er de overtuiging, toen het eenmaal zover was, dat het bijzonder eenvoudig zou zijn anderen te helpen toegang te krijgen tot het voor de hand liggende eerste gegeven, namelijk dat wij bewustzijn zijn. Nu, jaren later, ontstaat er een glimlach bij het terugdenken aan die aanvankelijke naïviteit. Vooral in de beginjaren bleek het helemaal niet zo eenvoudig om allerlei patronen, egoresten en neigingen te doorzien. En hoewel de stralende helderheid me niet meer verliet, bleef er een niet aflatende bereidwilligheid nodig om het proces dat ik ‘doorwerking en verdieping’ noem niet in de weg te zitten.
Het bestaan is buitengewoon wijs en genadig en blijft ons als het ware situaties aanbieden waarin wij ‘onszelf’ tegenkomen en eventuele blinde vlekken en/of emotioneel-mentale resten onder ogen mogen zien. Het leren gaat gewoon door. Vooral in de omgang met andere mensen, en dan nog met name in onze intieme relaties en gezinssituatie liggen de grootste leringen klaar. Het is bijzonder eenvoudig als leraar te functioneren in een groep van geïnteresseerde of toegewijde ‘zoekers’. Het is echter geheel iets anders even spontaan, helder, vrij en ‘wijs’ om te gaan met situaties in familie, gezin en met onze geliefde. In die setting komen, voor zover nog aanwezig, onze diepste angsten en verlangens aan de oppervlakte en is de neiging ons op te stellen als afzonderlijk iemand het sterkst. Evenwel geldt voor mij dat juist daarin de belangrijkste ‘transformaties’ hebben plaatsgevonden.
Natuurlijk, het ontwaken van Inzicht ontstond door de explosieve woorden en de voor mij even explosieve foto van Shri Nisargadatta. Natuurlijk, het ontwaken van het Hart ontstond toen de foto van Shri Ramana me te grazen nam. Maar de concrete doorwerking van dat alles (en meer), het andere aspect van realisatie vond plaats binnen het kader van gezin en relatie. Het was aanvankelijk bijzonder ontnuchterend te bemerken dat ondanks de helderheid en liefde die ont-dekt was, ik op allerlei punten egocentrisch bleef reageren, ook al was het inzicht dat alles ‘leeg’ was en derhalve nergens op sloeg glashelder aanwezig. De ik-restanten trachtten danig gebruik te maken van de ‘leer’ en probeerden die voor hun karretje te spannen om zodoende toch hun zin te krijgen. Gaandeweg, door niet aflatend bereid te zijn, verloren deze neigingen hun macht. En nu nog altijd zijn zaken aan het oplossen. Het realiseren van waarheid is één ding, waarheid ‘belichamen’ gaat verder dan dat.
Waar in het begin nog een subtiele inspanning noodzakelijk leek om niet in neigingen van ontkenning of manipulatie mee te gaan, gaat dit alles nu als vanzelf. De dag in dag uit confrontatie met het leven zelf is een grootse mogelijkheid en in wezen de werkelijke sadhana. In het leven zelf blijkt immers in hoeverre realisatie er werkelijk is en hoe stabiel het is. Zodra het ‘licht aan is’ zien we vaak pijnlijk helder welke puinhopen er nog zijn, maar ook kunnen we dan ontdekken welk een rijkdom erin verborgen ligt. Het doorwerken dat er op volgt, kan makkelijk of minder makkelijk zijn, kan snel of minder snel gaan. Maar dat maakt niets uit. Het dient echter wel te gebeuren en brengt ons tot verdere wijsheid en volheid, omdat we dan uit eigen ervaring leren hoe het echt is om ‘door zaken heen te gaan in vol bewustzijn’.
Op deze wijze doen we ongelooflijk veel echte kennis op – als het goed is tenminste – dit is als we ons niet verzetten, verschuilen of er boven plaatsen, dan wel het botweg ontkennen door b.v. te beweren dat bewustzijn nergens last van heeft en dergelijke smoesjes. We kunnen ontkennen wat we willen, zowel voor als na realisatie, maar het leven zal ons glashelder laten zien hoe de vlag erbij staat. Wat ontkend wordt, blijft zich melden, maar wat doorzien wordt, verdampt vanzelf. En waar iets is vervlogen wordt die ‘plek’ altijd weer ingenomen door nog meer liefde, nog meer stilte enzovoorts. Met verlichting begint het dus pas.
Fragment uit “Zien – direct waarnemen tijdens satsang”