1470. (Uit: Valse Noten – Boek 3). Ook gepubliceerd in InZicht nr. 100 – mei 2024.
Hoe leeft ontwaakt zijn? – Een naamgenoot mailde me een tekst van Adyashanti omdat voor hem helder was dat die uiteenzetting sterk overeenkomt met wat ik ook vaak zeg of schrijf over wakker-zijn en hoe zich dat manifesteert, of hoe je (daardoor) leeft. Adya’s tekst lijkt inderdaad nogal op hoe ik het ook al diverse malen uitdrukte, en ik had zelfs onlangs een tekstje geschreven met vrij bizarre overeenkomsten, maar laat hem eerst maar even aan het woord:
‘While the world is trying to solve its problems and everyone around you is engaged in the same, you’re not. While everybody around you is trying to figure it out, trying to arrive, trying to “get there,” trying to be worthy, you’re not. While everyone thinks that awakening is a grand, noble, halo-enshrouded thing, for you it’s not. While everybody is running from this life right now, in this moment, to try to get there, you’re not. Where everybody has an argument with somebody else, mostly everybody else, starting with themselves, you don’t. Where everybody is so sure that happiness will come when something is different than it is now, you know that it won’t. When everybody else is looking to achieve the perfect state and hold on to it, you’re not. (…) The truth of your being doesn’t crave happiness; it couldn’t actually care less. It doesn’t crave love, not because you are so full of love, but because it just doesn’t crave love. It’s very simple.’ Adyashanti (Vrije vertaling onderaan.)
In Terwijl de merel zingt had ik al eens een soortgelijke opsomming gemaakt in een tekstje genaamd Verlichting is niet…, maar het is wonderlijk hoe Adya’s tekst vooral lijkt op wat ik onlangs had genoteerd, terwijl ik dat stuk uit een retraite van Adya, dat Hans Berkenbosch mij toezond niet kende – ik stuurde het aan hem en hij was ook verbluft. Mijn tekstje gaat als volgt:
Wat betekent ontwaakt zijn? – Simpel: iedereen rent ergens vandaan of naartoe – en jij niet. Iedereen wil iets of iemand anders zijn – jij niet. Iedereen hunkert naar liefde, ‘erbij horen’, goedkeuring en aardig gevonden worden – jij niet. Iedereen leeft vanuit het gevoel niet te deugen, vanuit ‘tekorten’ en neemt de ‘eigen’ identiteit (het gefantaseerde zelf-beeld) enorm serieus – jij niet. Iedereen leeft vanuit een naïef of eenzijdig gevoel betreffende ‘de menselijke natuur’ en de geschiedenis – jij niet. Iedereen denkt (mede daarom) te moeten haten, helpen, verontschuldigen of vergeven – jij niet. Iedereen wil iets van zichzelf maken en iets ‘voorstellen’ – jij niet. Iedereen meent al genoeg te weten en (dus) gelijk te hebben – jij niet. Iedereen maakt zich druk om diens verleden en toekomst – jij niet. Iedereen denkt ergens aan te moeten voldoen – jij niet. Iedereen identificeert zich als zijnde dit of dat – jij niet. Iedereen doet aan magisch denken, gelooft in een of ander goddelijk, ‘hoger’ plan, karmische rechtvaardigheid, sacrale boeken, profeten, heiligen, het ‘welwillend universum’ en andere fantasieën, mythen en utopieën – jij niet. Iedereen meent dat ‘bekendheid’ een causaal verband houdt met kwaliteit, kunde, inzicht, wijsheid of diepgang – jij niet. Iedereen ontloopt zichzelf én vergelijkt zichzelf voortdurend met anderen – jij niet. Iedereen zoekt zingeving en betekenis – jij niet. Iedereen is op jacht naar geluk, aandacht, liefde, succes of wat dan ook (en haalt deze zaken danig door elkaar) – jij niet. Iedereen is ergens naar op weg – en jij niet. Dat is alles.
Er is (dus) niets verhevens of heiligs aan, het is niet goed of slecht en zeker niet iets ‘goddelijks’ of bovennatuurlijks – want zoiets is er niet. Het is liefdevol noch liefdeloos, moreel noch immoreel, egocentrisch noch conformistisch, verbonden noch geïsoleerd, compassievol noch onverschillig, arrogant noch nederig, afhankelijk noch tegenafhankelijk, extatisch noch vlak. Iedereen meent ergens heen te gaan en klampt zich gaandeweg aan allerlei dingen en rollen vast – en jij niet (meer), dat is alles. Allerlei zaken die ‘men’ voor normaal of belangrijk houdt, zijn weggevallen, meer niet.
Vrije vertaling van Adya’s tekst door HL: ‘Terwijl de wereld probeert z’n problemen op te lossen en iedereen om je heen bezig is met hetzelfde, ben jij dat niet. Terwijl iedereen om je heen probeert het uit te vogelen, ergens te komen, ‘het’ te bereiken, het waard te zijn, ben jij dat niet. Terwijl men denkt dat ontwaken een groots en nobel, halo-achtig ding is, is het dat voor jou niet. Terwijl iedereen ruzie maakt met iemand, meestal met iedereen, en vooral met zichzelf, heb jij dat niet. Terwijl iedereen er zeker van is dat ze gelukkig zullen worden als iets anders is dan het nu is, weet jij dat dit niet zo is (en heb je dat niet). Terwijl iedereen probeert een of andere perfecte staat vast te houden, doe jij dat niet. De waarheid van jouw er-zijn hunkert niet naar geluk, het geeft er helemaal niks om. Het hunkert niet naar liefde, en niet omdat je zo vol liefde bent, maar omdat het er gewoon niet naar hunkert. Het is heel simpel.’
Met dank weer aan Cecile.
Oja, in Boek 1 schreef ik het zo:
420. Hoe moet ik leven? Wat moet ik doen? Ik weet niet wat ik wil! Hoe kom ik meer bij mezelf? Hoe moet ik iets doorvoelen? Hoe kan ik weten wat juist is? Waarom voel ik me niet gelukkig? Ik voel me niet gezien. Mijn vader… Op het werk kom ik steeds… Hoe kan ik…? Waarom lukt me…?
Al dit soort vragen of problemen… houden mij niet (meer) bezig. Het doel van zelfonderzoek en innerlijke opruiming is de beëindiging van deze tomeloze zelfinteresse, onzekerheid, gerichtheid op anderen en in stand gehouden, getrainde hulpeloosheid… Het einde in wezen van narcisme dus…