Sinds het voorjaar van 2020 begon ik korte – soms maar één zin ‘lang’ -, en wat langere stukjes – mini essays – te schrijven, naast het werken aan wat De Tao van Hans werd. De werktitel van dit gebeuren is Valse Noten (Filosofische fragmenten III) – en zal t.z.t. in boekvorm gaan verschijnen. Het schiet al aardig op, moet ik zeggen, en bij deze laat ik je er (nog) een paar van zien. Een klein aantal kwamen immers al in De Tao van Hans in de voetnoten terecht, en wellicht las je dat boek al. Zo niet, snel aanschaffen dan!
Valse Noten – boek 1 verschijnt in augustus 2022.
926. Spirituele wijzen hebben ons gezegd (of hebben getracht ons wijs te maken) dat geluk onze inherente aard is. Indien dit juist is volgt hieruit dat het zoeken van geluk in externe zaken als relaties, aardig gevonden worden, geld, aanzien, prestaties, veruiterlijkte macht en wat dies meer zij een wég bewegen is van onszelf, en derhalve een verwijdering van de bron van geluk: jijzelf.
Dit wil niet zeggen dat relaties, geld, status, een positie afkeurenswaardig zijn op zichzelf, maar wel dat daar de bron van geluk niet ligt. Die bron ligt immers niet buiten je. Daarom zeg ik steeds dat wanneer streven naar iets ‘werelds’ of ‘externs’ niet klopt – niet natuurlijk voortvloeit uit jouw zo-zijn in combinatie met de omstandigheden van het moment – het niet dienend is.
Werkelijke spiritualiteit dient te leiden tot worden wie en wat je bent, en dan volgt daaruit de rest. Dan is ‘geluk’ of beter ‘compleetheid’ steeds het startpunt, het basisgegeven, en niet het doel…
De stelling kan dan zijn: je bent dus gelukkig als je gelukt bent. Niet eerder. Tot die tijd heb je gewoon af en toe geluk (dat wil zeggen: soms pauzeert de ellende, de bezorgdheid en verveling even).
Maar aangezien de meeste mensen niet gelukt zijn, is het misschien vreemd (of erger: leugenachtig) om te stellen dat geluk onze ware natuur zou zijn. Immers velen hebben het tegenwoordig (evolutionair gezien) erg goed en weinig te vrezen, maar ‘gelukkig’ zijn ze zeker niet…
Dus is het wellicht toch wijzer te stellen dat zijn pijn is, en leven lijden of dat in elk geval lijden een vanzelfsprekendheid en onontkoombaarheid vormt in het bestaan. Zo bezien herdefiniëren we met plezier de eerdere opmerking of stelling tot: wie gelukt is, lijdt het minst.
Het is overigens tamelijk opvallend en verdacht dat zoveel van die zogenaamde ‘wijzen’ zo overduidelijk uit zijn of waren op aanbidding, seks, geld, luxe en/of veruiterlijkte macht, en bizarre projecten… Los van dat alles blijft de terminologie van ‘geluk’ of ‘gelukkig zijn’ een infantiel gedoe wat mij betreft.
927. Keuzevrijheid? – Al uw ‘beslissingen’ lijken voor u onbepaald, ongewis, ongedetermineerd en dus in wezen vrij…
Maar ze zijn het niet.
U weet niet wat u kiezen zult, en dus meent u over keuzevrijheid te beschikken. Niemand kent zichzelf genoeg… anders zou snel blijken dat uw beslissing niets anders is dan een combinatie van externe omstandigheden en uw ‘karakter’ – inclusief de stemming waarin u verkeert op het ‘keuzemoment’. We zijn net zo vrij als een stok die een bepaalde kant op valt, zodra die uit balans is bepalen gewicht, wind, de ongelijkheid van het contactpunt enzovoorts waarheen hij vallen zal. Wij denken echter dat hij alle kanten op zal kunnen vallen, hetgeen vanzelfsprekend onjuist is. Betekent dit dat alles is ‘voorbestemd’? Nee, natuurlijk niet, het betekent enkel dat de combinatie van innerlijke en uiterlijke factoren een volstrekt noodzakelijke – en principieel voorspelbare – uitkomst zullen genereren. U kunt niet anders dan kiezen wat u kiest gegeven de bepaalde situatie…
Vandaar dat keuzevrijheid ten diepste een illusie is, én derhalve een onmogelijke of onzinnige woordcombinatie. De beslissing valt in het moment suprême, al het gedenk erover voorafgaand is tamelijk zinloos, vooral als het gepieker wordt. Handiger is gewoon te kijken wat er gebeuren zal, ofwel: ik zie wel wat er besloten of gedaan wordt op het moment zelf.
Want in dat moment spelen er altijd dingen mee die vooraf niet kunnen worden ingeschat.
Vooral zij die hechten aan een of andere moraal én hun zelfbeeld zullen de genoemde open houding bijzonder lastig vinden – en daardoor navenant lijden – zowel van tevoren, als vaak ook tijdens of zelfs nog na ‘het moment’…
928. Mensen beweren graag dat ze dingen héél diep voelen. Zo dat niet kunnen komen omdat ze zelf feitelijk zo plat, ondiep, ofwel oppervlakkig zijn?
929. Arthur zegt: wat iemand werkelijk wil is onveranderbaar, want de wil is de ingrond van het karakter. Wat wel kan wijzigen is de wijze waarop het gewilde wordt nagestreefd of uitgedrukt wordt. Iets leren, gecorrigeerd worden, levenservaring, inzicht, ontwikkeling en trauma wijzigen dus niet de wil, maar wel (of enkel) de uitingswijze of manifestatie van de wil. Wat je werkelijk wil (en dus bént), kun je niet wijzigen, is niet vrij, geen keuze dus…
De wil is dus de kern van de persoonlijkheid – de persoonlijkheid is slechts de veruitelijking (objecticering) ervan, de wil is dus géén aspect van de persoon (of ‘ziel’) – zoals het normaliter wordt gezien, het is – onveranderbaar – wat hij ten diepste is!
Men kan dus wel leren op een wijzere of adequatere manieren te verkrijgen of na te streven wat men (nu eenmaal) wil (ofwel: is), maar niet wijzigen wat men wil (ofwel: is). Men kan dat natuurlijk ook niet leren…
Zo kán iemand leren kennen wat deze eigenlijk wil (ofwel: is); wat men ís kan echter niet veranderen, enkel hoe wat men is (oftewel: wil) zich manifesteert.
(Zie: Arthur Schopenhauer – De wereld als wil en voorstelling, p. 348-351)
930. Wie iemand beklaagt, versterkt diens lijden. Kwestie van onbewuste wreedheid?
932. Elke keer als we ons geschokt of verontwaardigd voelen over iets wat mensen elkaar, dieren of de natuur aandoen, is dit louter een teken dat we nog steeds geloven dat ‘de mens’ eigenlijk ‘goed’ is of ‘deugt’ en dat onrechtvaardigheid, wreedheid, hebzucht, cynisme, hypocrisie, onverschilligheid, leugenachtigheid, achteloosheid, schurkachtigheid, machtshonger, perversie, gewelddadigheid, uitbuiting, oplichting en een geneigdheid tot verwoesting en wat dies meer zij de uitzondering op de regel zouden zijn…
Derhalve is elk geschokt zijn over waar mensen toe in staat zijn niet veel meer dan een uiting van kinderlijke naïviteit.
935. Onfatsoenlijk! – Eisen dat een ander anders is dan hij of zij is, is erom vragen dat de ander zich voegt naar uw dwaze noties en voorkeurtjes. Met welk recht eist u dit? En ziet u niet dat dit enkel betekent dat u te veel belang aan hen hecht? Dat u zich afhankelijk hebt gemaakt van hun gedrag, om een goed gevoel over uzelf te krijgen? Als ze maar anders zouden worden, meer zoals u denkt dat ze zouden moeten zijn of doen, zouden ze laten zien dat u het dus goed ziet, beter bent, en iets waard bent, en gezien wordt…
Zucht. Hoe onfatsoenlijk van u!
936. John Gray deelt zijn katten wijsheid in Feline wisdom: Verwacht niet van mensen dat het redelijke wezens zijn. Zoek niet naar betekenis in je lijden. Klaag niet omdat je niet genoeg tijd hebt (dit betekent enkel dat je niet weet hoe je tijd door te brengen). Pas op met lui die beloven je gelukkig te zullen maken. Het leven is geen verhaal. Het is beter onverschillig te zijn aangaande anderen, dan te menen dat je van ze moet houden. Stop met zoeken naar geluk, wellicht vind je het precies dan. (Ik, als betweter, zou zeggen: wie zoekt naar geluk, kan niet aanwezig zijn, en zal het dus nooit ontdekken. Plus: geluk is nooit een kinderachtig verhaaltje dat je verzonnen hebt, maar een natuurlijk gevolg van echt ‘jezelf’ zijn ofwel zijn geworden wie je bent.)
‘Humans are like other animals.
John Gray – Feline Wisdom
A good life is not shaped by their feelings.
Their feelings are shaped by how well they have realized their nature!’